Geen, een of twee strafslagen?
Het maakt eigenlijk niet uit of je net begonnen bent, een tijdje niet hebt gegolfd of regelmatig op de baan staat. Regelkennis zakt vaak weg en soms verwar je regels met elkaar: zoals wanneer je welk aantal strafslagen krijgt. Daarvoor zijn een paar handige ezelsbruggetjes.
Geen strafslag
A. Een vaste regel is dat je geen strafslagen krijgt als je iets wilt ontwijken:
- wat niet op de baan thuishoort (kunstmatige voorwerpen, losse of vaste obstakels) zoals een schuilhut, een bankje of een waterflesje;
- wat abnormaal is op de baan zoals een konijnenhol, molshoop of tijdelijk water.
B. Je krijgt ook geen strafslagen als je je bal beweegt bij het zoeken en wanneer je de etiquetteregels overtreedt, b.v. als je vergeet een plag terug te leggen.
Eén strafslag
A. Je krijgt één strafslag wanneer je je uit een lastige situatie wilt kopen. Dit wordt ook wel een ‘buy out stroke’ genoemd. Bijvoorbeeld:
- als je bal in een hindernis terecht is gekomen of
- bij een onspeelbare bal.
B. Je krijgt ook één strafslag als je per ongeluk je bal beweegt zonder een slag te maken (behalve bij zoeken).
C. Als je een fout maakt tijdens een procedure, je vergeet bijvoorbeeld je bal te merken als je moet identificeren, dan krijg je ook één strafslag.
Meest voorkomend
Je krijgt één strafslag in de volgende situaties:
- je bal komt buiten de baan (out of bounds);
- je bal is verloren (je kunt je bal niet identificeren of vinden);
- je bal ligt in een hindernis en je wilt de hindernisregel = Regel 17 toepassen;
- je bal verrolt bij het weghalen van een los natuurlijk voorwerp op de fairway of in de rough;
- je beweegt per ongeluk je eigen bal (behalve bij het zoeken, dan krijg je geen strafslag);
- je pakt een bal op om deze te identificeren maar de bal is niet gemerkt.
Twee strafslagen
A. Je krijgt twee strafslagen wanneer je (bewust of onbewust) een regel overtreedt: je doet iets wat niet mag of juist iets niet wat wel zou moeten.
- je slaat bijvoorbeeld af van buiten de afslagplaats of
- je vraagt tijdens een wedstrijd advies aan je medespeler over welke club je moet gebruiken
- je krijgt ook twee strafslagen als je van een verkeerde plaatst speelt.
B. Als je een regel overtreedt waarvoor je in strokeplay twee strafslagen krijgt, dan verlies je bij matchplay de hole. Met als uitzondering regel 6.1b; daarin staat dat als een bal van buiten de afslagplaats wordt gespeeld, je bij strokeplay twee strafslagen krijgt. Bij matchplay volgt in dat geval geen straf en speel je de bal zoals hij ligt. Je tegenstander mag wel de slag laten vervallen en dan moet je alsnog van binnen de afslagplaats spelen.
Meest voorkomend
Je krijgt twee strafslagen in de volgende situaties:
- je hebt per ongeluk je bal bewogen en zonder de bal terug te plaatsen speel je door. Je slaat de bal en je speelt dan dus van de verkeerde plaats;
- je geeft of vraagt advies aan je medespeler;
- je haalt zand of losse aarde weg op de fairway of in de rough.
Onthoud deze ezelsbruggetjes, doe er je voordeel mee!
Losse obstakels en voorwerpen
“Wat is het verschil tussen een los obstakel en een los natuurlijk voorwerp?”
Op de baan vind je (losse) obstakels en losse natuurlijke voorwerpen. Dit zijn twee verschillende dingen, met verschillende regels.
Obstakels zijn kunstmatige voorwerpen (door de mens gemaakt) die niet op de golfbaan thuishoren. Zoals een pad, sprinkler, schuilhut, hark, flesje water of verloren handdoekje.
Hierbij zijn een pad en schuilhut vaste obstakels omdat je ze niet kunt verplaatsen of verzetten, de andere objecten zijn weg te halen en noemen we losse obstakels.
Aangezien die niet op de golfbaan thuishoren, mag je losse obstakels altijd weghalen, ongeacht de locatie op de golfbaan. Als de bal dan verrolt, moet je die terugplaatsen (als de bal dichtbij of tegen het losse obstakel ligt) of droppen (als de bal in of op het losse obstakel ligt), zonder strafslag.
Losse natuurlijke voorwerpen zijn objecten die op de golfbaan thuishoren. Zoals bladeren, takjes en dennenappels. Deze maken deel uit van de natuur. Overal op de baan mag je losse natuurlijke voorwerpen wegnemen.
Als je bal hierbij beweegt moet je de bal terugplaatsen en krijg je een strafslag.
Op de green of op de afslagplaats mag je de voorwerpen ook weghalen. Als daarbij de bal verrolt, mag je die terugplaatsen zonder strafslag. Zie regel 15.
Vaste obstakels ontwijken
“Je bal ligt na je afslag dicht bij een schuilhut. Je kunt hierdoor geen swing maken. Waar mag je zonder straf droppen?”
Vaste obstakels zijn kunstmatige voorwerpen die eigenlijk niet op de golfbaan thuishoren. Dus geen bomen, planten, gras, aarde en struiken maar wel een schuilhut of een pad; die zijn immers door mensen gemaakt. Ook een sproeikop of een bankje kan je niet verplaatsen en zijn daarom vaste obstakels.
In drie gevallen mag je deze schuilhut gratis (dus zonder strafslag) ontwijken:
- als je bal in of op de schuilhut ligt;
- als je last hebt van de schuilhut bij het innemen van de stand;
- als je er last van hebt bij het maken van je swing.
Stap 1
Bij het ontwijken van een schuilhut zoek je het dichtstbijzijnde punt:
- zo dicht mogelijk bij de plek waar de bal lag;
- niet dichter bij de hole;
- waar je, als de bal daar zou komen te liggen, met je stand en swing geen last meer hebt van de schuilhut.
Om dit punt te bepalen, neem je de club die je zou gebruiken om de slag te maken als de schuilhut er niet had gestaan. Met deze club simuleer je de slag, zodat je weet waar je goed kunt staan en een slag kunt maken. Als je zo klaarstaat, prik je een tee in de grond op de plaats waar de club de grond raakt.
Stap 2
Vanaf dit punt meet je een dropzone. Je meet één clublengte opzij of naar achteren (niet dichter bij de hole). Daarna neem je de bal op en drop je hem binnen deze dropzone. Vanaf hier speel je de bal.
Een vast obstakel mag je overal ontwijken, behalve in een hindernis. Je mag een vast obstakel ook niet ontwijken als deze alleen in je speellijn staat. Zie regel 16.1b
››