Plaatselijke regels

Plaatselijke regels uitgelegd

Buiten de baan

Buiten de baan (Out-of-bounds) wordt aangegeven door witte of witgekopte palen. Een bal die tot stilstand komt op of voorbij de weg, die langs hole 1, 2, 3, 10, 11, 12 en 16 loopt, is buiten de baan, zelfs als deze tot stilstand komt op een ander deel van de baan dat binnen de baan is bij het spelen van andere holes.

Waarom wordt dit zo in onze plaatselijke regels omschreven? Elke baanbezitter moet precies aangeven welk deel van het terrein tot de baan behoort. Omdat bij ons langs een gedeelte van de baan een openbare weg loopt (Aubelsweg, Krevelslookweg) mag je uit veiligheidsoverwegingen niet over die weg spelen als je je bal in het spel wilt houden.

Rechts van hole 4, 5, 6, 7, 8 en 18 is overigens geen out of bounds gedefinieerd. Daar is je bal al snel verloren

Tip : Speel een provisionele bal als je denkt dat je bal misschien buiten de baan ligt of  verloren is. Doorlaten kost tijd. Dat voorkom je met een provisionele bal. Die mag je altijd spelen als je denkt dat je bal buiten de baan ligt of verloren is.

Zeg dan wel hardop dat het een provisionele bal is. Doe je dat niet dan ben je verplicht om door te spelen met die 2e bal die je in het spel gebracht hebt. Dat kost 1 strafslag. Misschien ligt je eerste bal wel in bounds en goed speelbaar, of vind je hem meteen. Dat is balen als je niet kenbaar hebt gemaakt dat je een provisional gespeeld hebt, want daar mag je dan niet meer mee verder. Die bal is nl. een verkeerde bal geworden, omdat je niets gezegd hebt. Doe je er een slag mee dan krijg je 2 strafslagen en moet je door met de 2e bal! Kortom: alleen maar ellende. Dus: zeg het!

Verboden speelzone

Verboden Speelzone is een deel van de baan waar spelen van de bal verboden is. Dit kan zijn ter voorkoming van schade aan jonge aanplant, bloemperken, gebieden die pas ingezaaid zijn of bescherming van dieren. Denk daarbij aan bijvoorbeeld het afgeperkte gebied waar de schapen grazen. Daarnaast kan een verboden speelzone ook worden ingericht ter voorkoming van gevaar voor de speler (b.v. een wespennest in de grond of de waterbuffer bij hole 15).

Een verboden speelzone wordt gedefinieerd door een blauwe lijn of een paal met een groene kop of GUR bordjes. Ligt je bal in een verboden speelzone of word je bij je stand of swing gehinderd hierdoor, dan moet de speler de situatie ontwijken zonder straf volgens Regel 16-1f. Dus je loopt dan geen strafslag op!

Hoe gaat ontwijken?

  1. In het algemene gebied: je bepaalt je referentiepunt door dit te markeren met bv een tee, dat is het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering. Binnen 1 clublengte mag je je bal dan droppen, maar niet dichter bij de hole en de belemmering moet volledig ontweken worden.
  2. Op de green : het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering moet zich op de green bevinden of in het algemene gebied. Hier moet de speler zijn bal plaatsen. In het geval van een belemmering op de green, krijg je niet alleen een ontwijkmogelijkheid zonder straf voor je stand en je swing maar ook voor de speellijn.

Palen op de baan

Hiermee worden markeringspalen (150 M en 100 M) als ook afrasterpalen (met of zonder geleidingstouw) bedoeld en palen die bomen steunen. Deze palen en touwen mogen niet weggehaald worden. Deze palen (en touwen) worden beschouwd als vaste obstakels die de speler zonder straf mag ontwijken volgens regel 16.1. Dus als de bal tegen een paaltje ligt of je voorgenomen stand of swing belemmert, ga je als volgt te werk:

  • Je bepaalt het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering voor je stand en swing. Dit is je referentiepunt. Dit markeer je met een tee.
  • Je dropt je bal binnen 1 clublengte (je langste club, niet je putter) maar niet dichter bij de hole en in hetzelfde gebied waar je bal oorspronkelijk lag.

Daarnaast hebben wij op onze baan nog witte palen (Zie hiervoor de eerdere editie 1) en blauwe palen (met groene kop, zie editie 2).

Voor de gele en rode palen die een hindernis aangeven, geldt de ontwijkprocedure van regel 17. Als de bal tegen deze palen ligt, is hij in de hindernis! Dit geldt ook voor gele en rode palen met een groene kop. Dit zie je wel al eens op andere banen. Het ontwijken hiervan kost je altijd 1 strafslag, je bal ligt immer in de hindernis die je niet mag betreden en ook niet zonder straf buiten de verboden speelzone mag ontwijken.

Schrikdraad

Schrikdraad: rechts van hole 4, 5, 8, 9 en 17 bevindt zich schrikdraad. Deze geeft niet de grens van de baan aan. Het is een obstakel waarvan de belemmering ontweken kan worden volgens regels 16.1b

Het schrikdraad is aangebracht om schade door b.v. dassen te voorkomen. De schrikdraad en de paaltjes waar het aan bevestigd is, zijn vaste obstakels. Die horen eigenlijk niet thuis op een golfbaan. Je mag ze straffeloos ontwijken.

Hoe doe je dat?
Je bepaalt het dichtstbijzijnde (nearest) punt waarbij je met je stand of swing geen last meer hebt van het obstakel door de slag die je wilt gaan doen met de club die je wilt gebruiken. Dit punt markeer je met bv een tee en vandaaruit mag je binnen 1 clublengte (van je langste club) je bal droppen, niet dichter bij de hole. Je moet de belemmering door de schrikdraad volledig ontwijken.

Het kan gebeuren dat het dichtstbijzijnde punt om de schrikdraad te vermijden dieper het bos in is gelegen. Het nearest punt is niet altijd het nicest! Het kan dus gebeuren dat je, na je drop, eventuele andere belemmeringen in je speellijn of voor de ruimte van je swing of stand tegenkomt b.v. bomen en struiken.  Soms zul je vervolgens je bal onspeelbaar moeten verklaren en de (nieuwe) situatie moeten ontwijken met 1 strafslag volgens regel 19.2 Je hebt dan 3 mogelijkheden:

  1. Je mag de bal spelen vanaf de plaats waar de vorige slag werd gedaan (slag en afstand)
  2. Recht naar achteren ontwijken of
  3. Zijwaarts ontwijken.

Status geul hole 2

De geul rechts langs hole 2 moet worden behandeld als deel van het algemene gebied en is geen hindernis. Waarom hebben we deze plaatselijke regel? Als je gaat kijken bij de Definitie van wat als een Hindernis beschouwd wordt lees je:

Een hindernis is:

  • Elk wateroppervlak op de baan (ongeacht of het door de Commissie is gemarkeerd), zoals een zee, meer, vijver, sloot, afwateringssloot of andere open bedding (ongeacht of er water in staat).
  • Enig ander deel van de baan dat door de Commissie als hindernis is aangeduid.

De geul is bedoeld om water op de baan af te voeren en zou je een hindernis kunnen noemen. Je zou die dus moeten voorzien van paaltjes, maar zo’n lange rij paaltjes is niet mooi en belemmeren het maaien.

Van de tee belanden nogal wat ballen in de geul. Als er water in de geul zou staan zou je telkens via de (water) hindernisregel moeten handelen. Onze Plaatselijke regel maakt duidelijk wat te doen in geval van tijdelijk water in de geul: Je mag het straffeloos ontwijken! En zonder water moet je de bal spelen zoals hij ligt.

Nog even opfrissen: Een hindernis is een van de vijf gedefinieerde gebieden van de baan en de grens daarvan loopt loodrecht omhoog en omlaag.

Er zijn twee soorten hindernissen te onderscheiden door de kleur van de palen of de geverfde lijnen waarmee ze zijn gemarkeerd: bij gele hindernissen heeft de speler twee ontwijkopties. (Regel 17.1d (1) en (2) Bij de rode hindernissen heeft de speler nog een extra optie nl. om zijdelings te ontwijken. Zie Regel 17.1d (3)

Erosie in bunkers

Gebieden in bunkers met diepe sleuven, die zijn ontstaan door het wegspoelen van zand zijn grond in bewerking. Zij mogen ontweken worden volgens Regel 16.1c.

Wat zegt deze regel?
Dat de speler dergelijke sleuven als een abnormale baanomstandigheid met name grond in bewerking mag beschouwen

Waarom hebben we deze Plaatselijke regel?
Door de overvloedige regenval die ten gevolge van de klimaatverandering af en toe optreedt ontstaan er sleuven in bunkers. Als je bal in een dergelijke sleuf tot stilstand komt is het meestal ondoenlijk om die bal te spelen zoals hij ligt. Voor onze greenkeepers is het niet mogelijk telkens na een regenbui alle bunkers weer te herstellen voordat spelers de baan in gaan.

Het is niet meer dan ‘eerlijk’ om deze sleuven als grond in bewerking (schuld van de baan) te beschouwen en de speler een gewone ligging in de bunker te geven. Daarom mag je de bal in een dergelijk geval straffeloos verplaatsen door hem binnen 1 clublengte in de bunker te droppen. De sleuf kun je beschouwen als tijdelijk water in de bunker. En het ontwijken kan op dezelfde manier.

Plaatsen

Wat betekent ‘Plaatsen’?
Vanaf 3 oktober 2022 is de winterregel “Plaatsen” ingevoerd omdat veel plekken van de baan na de droge zomer nog kaal en tevens vaak drassig zijn. Deze regel geldt normaliter voor de periode 1 november – 1 mei, maar in overleg met de Baancommissie en de Wedstrijd commissie is gisteren besloten deze Plaatselijke regel al voorlopig in te voeren.

Wat houdt dit precies in? Je mag je bal schoonmaken en plaatsen, alleen op de kort gemaaide delen van de baan zoals fairway, voorgreen en ‘apron’ rond de green De precieze formulering van de plaatselijke regel luidt:

Een bal die op een kort gemaaid gedeelte door de baan ligt, mag zonder straf worden verplaatst of opgenomen en worden schoongemaakt. De speler moet de bal plaatsen binnen 15 cm van de plaats waar hij oorspronkelijk lag, maar niet dichter bij de hole. De speler mag de bal eenmaal verplaatsen of plaatsen en nadat de bal is verplaatst of geplaatst is hij in het spel.

Noot: “kort gemaaid gedeelte” betekent elk deel van de baan, met inbegrip van paden door de ‘rough’, gemaaid op fairwayhoogte of lager.

Op het bord langs het pad naast de green van hole 18 vind je baaninformatie. Daarop staat of “Plaatsen” wordt toegestaan. Het bord heeft dan de tekst “Preferred lies”.

Schade door everzwijnen, dassen en vogels

In het Algemeen gebied zijn die delen waar schade is veroorzaakt door everzwijnen, dassen en vogels grond in bewerking (GUR) waarvan ontwijken is toegestaan volgens Regel 16.1.

De baan bestaat uit 5 gebieden:

  1. Het algemene gebied (fairway en rough) inclusief alle afslagplaatsen en holes die je niet aan het spelen bent
  2. De afslagplaats van de hole die je speelt
  3. Alle bunkers
  4. De green van de hole die je speelt
  5. Alle hindernissen

Bij de Regelwijziging van 2019 zijn alle gaten gemaakt door een dier per definitie Abnormale Baanomstandigheden geworden (behalve gaten gegraven door dieren die ook gedefinieerd zijn als losse natuurlijke voorwerpen, zoals wormen of insecten). Het hoeven dus geen gravende (in holen levende) dieren meer te zijn. Bij de definitie hoort ook het losse materiaal dat het dier uit het gat heeft gegraven, elk uitgesleten spoor of pad dat naar het gat leidt en elk gebied op de grond dat omhoog is geduwd of veranderd.

Everzwijnen, dassen en vogels kunnen een groot gebied omwoelen. Er zijn bijna altijd stukken grond in dit gebied die niet zijn aangedaan. Ligt je bal op omgewoelde grond in het algemene gebied, dan kun je volgens regel 16.1b deze belemmering ontwijken. Je zoekt de dichtstbijzijnde plek waar het grondoppervlak niet is geschonden (niet dichter bij de hole) en dropt daar je bal, ongeacht of je op een ongelijk oppervlak moet staan. Losse zoden mag je weghalen, maar omgeklapte, nog vastzittende stukken gras mag je niet veranderen, voordat je je slag hebt gedaan (zie Regel 8.1).

AFBEELDING 16.1B: Ontwijken zonder straf van een abnormale baanomstandigheid in het algemene gebied

Gedragsregels

Op de scorekaart staan aan het eind Gedragsregels. Hier volgt achtergrond informatie en verduidelijking over de eerste 2 opgenomen Gedragsregels.

De 1e luidt: in principe dienen personen die alleen spelen twee-, drie- en vierballen voorrang te verlenen.

In het verleden had een single spelende golfer geen status. Hij diende elke achterop komende groep door te laten en zelf hoefde je als je in een groep speelde, de ‘singelaar’ ook niet door te laten. Zelfs als er voor je partij 10 holes vrij waren.
Sinds de regelherziening van 2019 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen een alleen spelende golfer of een groep spelers. Voorrang op de baan wordt sindsdien bepaald door het speeltempo, niet meer door het aantal spelers (Regel 5.6). Het is de bedoeling dat een ronde golf in vlot tempo wordt gespeeld, spelers worden met deze regel aangespoord snellere spelers door te laten.

Waarom dan toch nog deze Gedagsregel op onze scorekaart? Dit is omdat Regel 5.6 ook ‘misbruikt’ kan worden doordat alleen spelenden telkens het recht om doorgelaten te worden, opeisen. In je eentje speel je namelijk (meestal) sneller dan b.v. een tweebal. De baan raakt bovendien met veel alleen spelenden snel ‘bezet’ terwijl er uiteindelijk maar weinig spelers in de baan zijn. En bovendien, eigenlijk is golf ook niet bedoeld om in je eentje te spelen!

De 2e gedragsregel op onze scorekaart is: Advies van de Marshal dient te allen tijde opgevolgd te worden.

Waarom staat dit onder de Gedragsregels? Het optreden van een Marshal dient o.a. om de doorstroming op de baan te bevorderen. De Marshal heeft namelijk het totaal overzicht van de baanbezetting en weet waar zich eventuele tempo problemen voordoen. Als speler heb je dit overzicht veel minder of zelfs helemaal niet.

Onze Marshals hebben daarbij aandacht voor veiligheid en gastvrijheid. Zij verdienen dus niet alleen ons respect maar ook een heuse Marshal ster!

Hier volgt ook toelichting over het onderdeel:

‘Wij verzoeken alle spelers vriendelijk’

  • Pitchmarks en andere beschadigingen van de greens zoveel mogelijk te vermijden c.q. te repareren
  • Bunkers aan de lage zijde te betreden en na de slag zorgvuldig te harken. De hark weer aan de lage zijde terug te leggen met alleen de tanden in de bunker
  • Geen proefswing op de afslagplaats te doen
  • Losgeslagen plaggen terug te leggen en goed aan te stampen

De Regelboekjes vóór 2019 kenden nog het onderdeel Etiquette. Vanaf 2019 spreekt men echter niet meer van Etiquette maar van de Grondbeginselen van het spel en Gedragsnormen. In Regel 1.2 wordt uitgelegd wat van alle spelers wordt verwacht:

  • Integer te handelen – bijvoorbeeld door de regels te volgen, alle straffen toe te passen en in alle opzichten eerlijk te zijn tijdens het spel
  • Rekening te houden met anderen – bijvoorbeeld door vlot door te spelen, de veiligheid van anderen in acht te nemen en een ander niet af te leiden bij het spel
  • Goed te zorgen voor de baan – bijvoorbeeld plaggen terug te leggen, bunkers aan te harken (door van je àf te harken, dan blijft het zand in het midden van de bunker!), pitchmarks te repareren, beschadiging door ballen en schoenen te herstellen. Onnodige schade voorkomen door geen proefslagen op een afslagplaats te doen of te dicht bij de hole te staan.

Gedragsregels leggen dus uit wat je wel en niet mag doen om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en met plezier kan spelen op een golfbaan. Als iemand echter voortdurend de gedragsregels aan zijn/haar golfschoen lapt, is dat een ernstige overtreding en kan de Commissie deze speler in een wedstrijd diskwalificeren.

Pitchmarks herstellen

Steek de pitchfork in de grasmat en druk de buitenkant naar het midden. NOOIT van onder naar boven want dan trekt u de graswortels los. Herstel begint onmiddellijk!